De karavaan der Lege Plaatsen bestaat uit tweeëndertig fortwagens. De wagen van de Qu is de enige die niet aan een familie toebehoort, maar aan de krijger die de rang Qu heeft behaald en als gevechtsleider van de Karavaan optreedt. Net als de meeste Jinai fortwagens is het een constructie die bestaat uit een massief frame van hardhout (zoals vlameik, chartach of pulseneer) of drakenbeen. De wielen zijn flexibele schijven van hetzelfde materiaal, met schokbrekers van kronkelboomhout uit Varhaj. De buitenwanden bestaan uit lichte betimmering, waarop elkaar overlappende leistenen platen bevestigd zijn. De leisteen is zeer goed bestand tegen aanvallen, van pijlen tot en met drakenvuur. Bij beschadiging zijn de platen makkelijk te vervangen.
De wagen van de Qu heeft twee verdiepingen. De benedenverdieping bestaat uit één enkele ruimte van zo’n vijftien bij zeven stappen. De wanden zijn behangen met banieren geweven uit demonenhaar of spinmeiselvezels en versierd met krijgsmantra’s. De vloer is bedekt met matten, waarop veilig rollen, vegen, scharen en neerhaaltechnieken geoefend kunnen worden. Langs de korte wanden staan meerdere Ravanablokkers, houten trainingsapparaten met vele armen (als een Ravana demon), die gedraaid kunnen worden om aanval en verdediging te simuleren, zonder dat een partner nodig is. Schop- en stootkussens van zwarte, strakgespannen leliebast en gevuld met stikspons hangen aan de lange wanden.
Op deze verdieping onderwijst de Qu meerdere malen per dag verschillende groepen Jinai van de Lege Plaatsen. Kinderen in de basisbewegingen, jongeren in de beginselen van de eigen karavaan en volwassenen in de kneepjes van het niet zijn waar de klap valt.
De trap naar de bovenverdieping is verborgen, zoals de traditie van deze karavaan voorschrijft. De bovenverdieping is voor vrijwel iedereen een mysterie. En een uitdaging voor de jongelingen. Lees het verhaal van Lin Ci-jin, die een weddenschap aangaat om het verblijf van de Qu te onderzoeken. Daar zal zij de betekenis van het boek van de Qu ontdekken.
Vele jaren, langer dan de meeste Jinai van de karavaan zich kunnen herinneren, was Qu’San Ci-jin de meesterkrijger van de karavaan. Ondanks dat hij oud was kwam zijn overlijden als een schok. Maanden lang was de karavaan zonder Qu, tot het pad van Lege Plaatsen dat van krijgsmeester Qu’Mar Ti-jin kruiste. Het pad van de Qu wordt nu bewandeld door Qu’Mar, Lin en Siu. Een gevaarlijk pad, zonder zekere uitkomst.