De brandende krijger

De brandende krijger is de werktitel van het eerste boek over Qu’Mar Ti-jin, geschreven door Martijn Lindeboom.

Het verhaal begint in onze wereld, waar we kennis maken met Harm. Hij komt nogal eens in de problemen omdat zijn fantasie erg groot is en hij dingen ziet die er niet zijn. Althans volgens anderen.

Hij heeft inmiddels geleerd om niet teveel te zeggen over de vreemde dingen die hij ziet. Toch lukt dat niet altijd.

Als hij de schuld krijgt van een opstootje op school en tijdens de Taekwon-Do les ook nog op zijn kop krijgt van de instructeur, gaat hij mokken op een bankje in het park.

Dan opent zich een gat in de lucht en valt er een man naar beneden, omgeven door vlammen.

Harm helpt het vuur doven, terwijl het gat in de lucht weer verdwijnt. Het parkbankje gaat in vlammen op.

De brandweer arriveert en blust. Harm legt uit wat er gebeurd is, maar de brandende man is nergens meer te bekennen…

Harm wordt beschuldigd van brandstichting en van liegen en zelfs van zijn ouders krijgt hij straf, maar dit keer weet hij zeker wat hij heeft gezien:

Een man met een kap en onderarmbeschermers, die in brand stond toen hij uit de lucht viel en toch ongedeerd wist te verdwijnen.

Harm blijft wakker tot hij zeker weet dat zijn ouders slapen. Dan sluipt hij het huis uit en springt op zijn fiets, op zoek naar de brandende krijger in het park.

Hij weet de man op te sporen, spreekt zelfs met hem, maar dan ontglipt het bewijs van zijn onschuld hem bijna. Hij rent achter deze Qu’Mar Ti-jin aan en komt terecht in een vreemde, angstaanjagende wereld met een maan met een ring eromheen…

Dat is het begin van Harms ontdekkingsreis door de Ringen van Werelden, waar hij vrienden maakt, maar ook geconfronteerd wordt met angstaanjagende wezens en doortrapte vijanden. De normen en waarden van de krijger komen aan de orde en Harm leert veel over zichzelf, fantasie en krijgskunst.

 

Kijk hieronder waarom Qu’Mar Ti-jin ‘de brandende krijger’ genoemd wordt!