Dichtbij onze eigen wereld en bereikbaar vanuit een aantal boomrijke omgevingen, zoals sommige parken, ligt de woudwereld van de Spinmeisel, de gherehnin, de knorrende suifa, de Tuinen van Cyaan en de geringde maan.
Varhaj, zoals de blauwhuidige halfmensen van Cyaans stam deze wereld noemen, leren we kennen in het boek De brandende krijger van Martijn Lindeboom.
Harm de Verbeelder en Qu’Mar Ti-jin raken gescheiden van elkaar in Varhaj verzeild en Harm wordt direct opgejaagd door gherehnin (mensachtige monsters, gekleed in bij elkaar gejutte stukken pantser) op suifa (enorme, borstelige zwijnen), die hem de bomen in jagen.
Ze beleven er vele avonturen, ontmoeten de dappere tweeling Senha en Setak en gaan op pad naar de Matermeisel, die in het centrum van een labyrint woont en hen door kan sturen naar hun eigen werelden. Maar dat betekent wel dat ze zich in het hol van de… Meisel moeten wagen. En dat hol wordt bewaakt door gherehnin, spinmeisels en schaduwslangen.